Photofinish

Reuzen van Beselare (Zonnebeke)

BABBE VAN D'EIJERPANDERS		Heks uit Beselare die eigenlijk Barbara Vansuyt heette. Haar huisje stond nabij een bosje aan de weg naar het kasteel. De dorpelingen moesten aan de kasteelheer de belastingen in natura betalen en brachten die in manden en panders. Dat bosje kreeg dan ook de naam d'Eyerpanders. Babbe was lelijk, oud en versleten en werd verdacht om kinderen te laten wegkwijnen. Omdat zij meestal het eerst bij een boreling langs kwam maakte dat van haar een heks.
CALLE BLETTERS		Haar echte naam was Katrien Belettere, dochter van de smid Pieter uit de "betoverde smesse". Calle leerde haar kunsten uit een groot toverboek. Zij kon de paarden zo schuw en koppig maken zodat die weigerde te werken tot ze weer belezen werden.
CLETTE 'T AENDEGAT		Haar echte naam was Coleta Vandendycke, gezien zij was gevonden langs de "stratendijk" bij het "Crampenbusch", later woonde ze bij de "Gavermeerschen". Het was een "teilematooje" wat zoveel is als een overdreven opdirkte vrouw. In haar schort zat altijd een flesje toverdrank en op haar rug droeg ze een wissen mand met overschotten en brokken van brood voor de "keuns" die ze kweekte. Het was een speciale soort konijnen .... met drie oren. Zwangere vrouwen deden er goed aan om in alle haast een greep zout aan de deur te leggen.
DOKKE VAN D'HEULEBEKE		Dokke woonde aan de "Mispelaerebeek"en was een vermaard kaartlegster en zij kon ook de toekomst voorspellen door de hand te lezen. Toen ze stervende was zat aan het voeteinde van haar bed een zwarte geit. Toen men niets meer van haar hoorde en durfde binnen te gaan vonden ze Dokke morsdood met haar hoofd achterste voren gedraaid en men dacht dat het werk van de duivel was. 's Nachts brandde haar huisje af met Dokke er in en niemand durfde op deze plek nog een huis te bouwen.
FYTE KWICK		Fyte woonde aan de rand van het"Vuilewaesbusch" in een verrotte stulp op een driehoekig stuk grond van een tiental meter overwoekerd door biezen, duivelsklauw en kwikkruid. Uit kwikkruid werd kwikzalf gemaakt tegen schurft, vandaar haar bijnaam Fyte Kwick. Zij was een miswassen en verschrompeld schepsel, haar hoofd een derde te lang en een piepende adem. Zij was een waarzegster en vooral mislukkelingen kwamen bij haar ten rade. Wegens haar kennis van de kruiden werd zij bij de tovenaressen gerekend die een verbond hadden met de duivel. Tijdens de winter van 1739-1740 was Fyte plots verdwenen en is nooit meer terug gezien.
LEEME CADUUL		Een lange magere heks, altijd in het gezelschap van een valse rosse kat. Kinderen die met haar kat in aanraking kwamen mergelden uit en kwijnden weg.
MEELE CROTTE		Meele was portierster op het kasteel van markies Van der Woestijne. Als de markies niet thuis was joeg de schooiers weg al schimpend "'t is crotte". Op het kasteel had Meele een grote kennis van kruiden en planten opgedaan. Ze kweekte vooral reuzenpaddestoelen. Bovendien verwierf Meele grote vermaardheid als "karrenlapster", maar ze kwakzalverde er zodanig op los dat er meer geiten stierven dan ze genas.
SEFA BUBBELS		Sefa is geboren 1667 als dochter van Judocus Bubbels en Joanna Belettere en overleed aldaar in 1750. Zij trouwde met een vondeling 'Pieren Bierboom' en nadat zij haar man en vijf van de zeven kinderen verloor aan de pest bleef zij eenzaam achter en meed andere mensen en zodoende kreeg zij de schuld als er iets onverklaarbaars gebeurde en werd daarom als heks beschouwd.
TANNEKEN VAN HULLE		Tanneken bewoonde haar eigendom"den Slangenmeersch" aan het gehucht "'t Vergif". In haar "schortenzak" had ze altijd een dozeke slangenzalf. Overal waar Tanneken kwam zaten de luiers van de baby's vol "teenbijters" of vonden ze "orenkruipers" in de wieg. Zijzelf werd echter ook slachtoffer van een giftige slangenbeet.
TREZE BELLE		Treze Belle woonde in "'t Hoenstraetje. Dagen aan een stuk leurde ze met galgenjongen (alruinplant) en andere verdachte waren. Zij was bij wet verplicht om haar komst met een handbel aan te kondigen. Op die manier konden de moeders hun kinderen tijdig in veiligheid brengen om zeker niet met haar in aanraking te komen.